Op deze pagina wordt toegelicht wat ketenpartners kunnen doen en welke bevoegdheden gemeenten hebben in het doen van online onderzoek.

Binnen het lokale netwerk kunnen signalen van online radicalisering worden opgevangen en geduid. Ook worden preventieve interventies gericht op digitale weerbaarheid ingezet. Voorbeelden zijn:

  • Organisaties leggen al accent op het online domein, denk bijvoorbeeld aan online jongerenwerk en digitale wijkagenten.
  • Partijen dragen bij aan interventies gericht op digitale weerbaarheid, denk bijvoorbeeld aan een samenwerking van gemeenten, onderwijs, bibliotheken en mediateams.
  • Expertise van het nationale netwerk kan worden benut wat betreft de trends en ontwikkelingen binnen het online domein of bij het duiden van signalen van mogelijke online radicalisering.
  • Het maatschappelijk middenveld kan vanuit aanwezigheid in online groepen een signalerende rol vervullen of het gesprek over online gedrag aangaan.

Ook ouders hebben een belangrijke rol. Ouders en verzorgers staan dichtbij de leefwereld van jongeren en kunnen online gedrag bespreekbaar maken. Tot slot hebben platformen de verantwoordelijkheid om hun gebruikers te beschermen tegen online extremisme en terrorisme. Hierover is de NCTV in gesprek met de internetsector; de sector moet voldoen aan Europese wet- en regelgeving.

Inbedden van ‘online’ in bestaande structuren

De koppeling tussen ‘online’ en ‘offline’ moet worden versterkt in de lokale aanpak. We kunnen ze niet beschouwen als aparte werelden, zeker door jongeren wordt dit niet zo beleefd. De eerste stap is om de online dimensie in te bedden in bestaande structuren. Zo kan binnen het lokale netwerk kennis worden gedeeld, kan er gezamenlijk worden opgetrokken in het duiden van nieuwe ontwikkelingen en handelingsperspectieven.

Netwerksessies, webinars of andere bijeenkomsten vormen hiervoor een platform. Ook voorafgaand aan of tijdens het casusoverleg is gedrag gekoppeld aan het online domein een factor van betekenis. Denk aan afstand van gezin en vrienden, extreemhoge schermtijd of actieve online aanwezigheid.

Gemeenten en online onderzoek

Gemeenten hebben beperkte bevoegdheden als het gaat om online onderzoek doen in publiek toegankelijke online bronnen. Enkele artikelen uit de Gemeentewet (151, 172, 175 en 176) geven tot op zekere hoogte een grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens door middel van online onderzoek in publiek toegankelijke bronnen. Binnen de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme geldt dit wanneer het ‘openbare orde aspect’ (artikel 172) kan worden hardgemaakt.

De handreiking ‘Online onderzoek door gemeenten’ maakt duidelijk wat wel en niet juridisch mogelijk is in het uitvoeren van online onderzoek en hoe gemeenten hun werkwijze kunnen implementeren en vastleggen.

Als belangrijkste voorwaarden hierbij worden genoemd:

  • Aanleiding voor het onderzoek is de (dreiging van) een ordeverstoring;
  • Het is noodzakelijk om persoonsgegevens te verwerken (proportionaliteit en subsidiariteit);
  • De gebruikte grondslag rechtvaardigt de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer;
  • Er wordt aan de AVG-beginselen voldaan (rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie, doelbinding, dataminimalisatie, juistheid en actualiteit, integriteit en vertrouwelijkheid, opslagbeperking).

Protocol

Voorafgaand aan het uitvoeren van online onderzoek in publiek toegankelijke bronnen is het belangrijk om een protocol vast te stellen. Daarmee kan worden beoordeeld of het online onderzoek rechtmatig is. Het protocol wordt opgesteld in samenspraak met de lokale Privacy Officer (PO) en de Functionaris Gegevensbescherming (FG). Zij kunnen adviseren over welke eisen aan het online onderzoek worden gesteld.

De VNG heeft samen met Noord Holland Veilig in mei 2024 een protocol gepubliceerd die als leidraad kan dienen. 

Bij het verwerken van persoonsgegevens door een overheidsinstantie waarbij waarschijnlijk een hoog privacy risico bestaat, moet ook een Data Protection Impact Assessment (DPIA) worden uitgevoerd. Dit biedt inzicht in de risico’s en hoe deze te mitigeren. Hiervoor kan de lokale PO worden geraadpleegd en kunnen de richtlijnen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) worden gevolgd.

Tot slot is belangrijk om stil te staan wie wordt gezien als verwerkingsverantwoordelijke met de daarbij behorende verantwoordingsplicht. De AVG stelt verschillende eisen aan verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers.

Inspiratie: de Utrechtse Online Coalitie

In 2024 is de gemeente Utrecht gestart met de Utrechtse Online Coalitie (UOC). Hierin werken partijen uit de stad (o.a. jongerenwerk, welzijn, bibliotheek, politie, gemeente, onderwijs, Vreedzaam, Mediateam) samen aan de aanpak van online polarisatie, radicalisering en extremisme. Dit gebeurt met een gezamenlijke visie, concrete projecten en regelmatige kennis- en productuitwisseling.

Wat kunnen we leren van het Utrechtse model?

  • Pragmatisch starten en lokaal maatwerk. Begin met het verzamelen van lokale partijen die al actief zijn op het thema online polarisatie en radicalisering. Bundel hun inspanningen om een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak te ontwikkelen.
  • Belang van betrokkenheid van ouders en onderwijs. Ouders en opvoeders spelen een cruciale rol in het signaleren en begeleiden van het online gedrag van jongeren. Investeer daarom in tools en samenwerkingen met ouderorganisaties en om ouders bewust te maken van deze rol. Ook scholen zijn belangrijk om te betrekken;  media- en nieuwswijsheid spelen hierbij een sleutelrol.
  • Integratie van sociaal-, onderwijs-, zorg-, en veiligheidsdomein. Het verbinden van het sociaal-, onderwijs-, zorg-, en veiligheidsdomein zorgt voor een holistische aanpak van online polarisatie en radicalisering. De verbinding leggen met je gemeente-counterpart in het andere domein is een eerste stap.
  • Bestuurlijk draagvlak. Het is belangrijk dat bestuurders deze aanpak begrijpen en omarmen. Neem hen mee in de urgentie van deze aanpak en betrek waar dat kan jongeren bij gesprekken.
  • Gebruikmaken van bestaande netwerken en initiatieven. Gemeenten hoeven niet alles zelf te ontwikkelen en kunnen gebruikmaken van bestaande landelijke kennis, interventies en tools.
  • Wat speelt er online? Gemeenten hebben een unieke positie en netwerk. Sta ook over de online leefwereld in contact met de inwoners en hoe zij deze ervaren. Daarbij gelden de juridische kaders van de AVG, maar door expertise in te schakelen en bewustwording te creëren over wat wel mag kunnen gemeenten dit aanpakken.
  • Kennisuitwisseling. Regelmatige bijeenkomsten tussen betrokken partijen bieden ruimte om kennis te delen en nieuwe benaderingen te testen. Dit bevordert de ontwikkeling van effectieve en innovatieve oplossingen.

Vragen?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Mail dan naar pls@minjenv.nl.