Audiofragmenten Kernbevindingen DTN juni 2025

Audiofragmenten Kernbevindingen DTN juni 2025

1. Dreigingsniveau blijft op 4

Spreker 1: Wat is het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland? Spreker 2: Intern spreken wij meestal over DTN en niet over het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland. Dat is te lang. Het DTN, is een integrale analyse van ontwikkelingen op het gebied van terrorisme en gewelddadig extremisme. Het bestaat al twintig jaar, sinds 2005. De laatste jaren verschijnt het twee keer per jaar. Er is een staatsgeheime versie die wordt besproken in Kamercommissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. En er is een zogenaamde open versie die voor iedereen, ook voor jou, is in te zien. Spreker 1: Waarop is de analyse gebaseerd? Spreker 2: De analyse is gebaseerd op vele bronnen: staatsgeheime informatie van de AIVD en de MIVD, vertrouwelijke informatie van Politie, de Koninklijke Marchaussee en Buitenlandse zaken. Maar ook, en die zijn minstens zo belangrijk, openbaar toegankelijke mediabronnen en rapporten van wetenschappers. Dat alles wordt gewikt en gewogen en verwerkt in het dreigingsbeeld. Spreker 1: En dat wikken en wegen. Hoe gaat dat precies in zijn werk? Spreker 2: De informatie die wij krijgen bestaat deels uit bevestigde informatie, deels uit informatie waarover wij of de aanleverende partijen in meer of mindere mate zeker zijn en deels uit voorstelbaarheidsredeneringen die wij baseren op kennis en ervaring. In overleg met al onze partners proberen we tot een beeld te komen dat zo dicht mogelijk ligt bij de daadwerkelijke dreiging. Daarbij gaan we uit van wetenschappelijk principes als verantwoordelijkheid, zorgvuldigheid en het streven naar objectiviteit. Dat wordt met een duur woord triangulatie genoemd. Triangulatie is het gebruik van verschillende bronnen, theorie‘n en onderzoeksmethoden. Daarbij proberen we zo transparant mogelijk te zijn, ook voor de buitenwereld. Vandaar dat we sinds het vorige DTN, het DTN van december, ook in de openbare versie onze bronnen annoteren. Spreker 1: Het DTN bevat altijd een dreigingsniveau. Kan je daar wat over vertellen? Spreker 2: Zeker. Eigenlijk is het niveau de samenballing van het complete beeld van bijna 40 pagina's in één cijfer, dat de mate van dreiging aangeeft. Er zijn vijf niveaus met elk hun eigen criteria, die staan op de website van de NCTV. In 2023 is het niveau omhooggegaan, van niveau 3 naar 4 en daar staat het nu nog steeds op. We noemen de dreiging ÕsubstantieelÕ en stellen dat er een re‘le kans is op een aanslag in Nederland. De verhoging in 2023 kwam toen vooral omdat de dreiging van het jihadisme was toegenomen. En die dreiging is er nog steeds. Spreker 1: Het niveau is al enige tijd 4, is er dan niks veranderd? Spreker 2: Ja en nee. De situatie van nu lijkt op die zoals beschreven in het DTN dat in december 2024 verscheen, maar toch zijn er naast de nodige overeenkomsten ook wel wat accentverschillen. Al met al passen de ontwikkelingen nog steeds binnen de bandbreedte die bij niveau 4 hoort. Er is een aanhoudende, hoge dreiging vanuit het jihadisme. In de afgelopen maanden waren er net zoveel aanslagen en verstoorde aanslagen met een jihadistische achtergrond in Europa als in de tweede helft van 2024. Andere aanslagen hadden een mogelijk een radicaal-islamitische achtergrond. In de andere audiofragmenten gaan we dieper in op de verschillende hoofdthema's van dit thema.

2. Jihadistische dreiging

Spreker 1: Welke ontwikkelingen zien jullie op het gebied van de jihadistische dreiging? Spreker 2: We zien al enige jaren dat veel daders alleen handelen: ze zijn meestal ge•nspireerd door Islamitische Staat, door ISIS, maar worden niet aangestuurd door ISIS. Hoewel zij geen uitgesproken doelwitvoorkeur hebben, lijkt het vanwege de symbolische waarde en de media-aandacht alsof zij zich voornamelijk richten op Joodse of Isra‘lische doelwitten, personen die worden beschuldigd van ontheiliging van de islam, of evenementen waarbij grote menigtes bijeenkomen. Spreker 1: Wat valt er te zeggen over dit soort aanslagen? Spreker 2: Dit soort aanslagen door individuen zijn eenvoudig van opzet zoals een mesaanval, maar kunnen nog steeds veel slachtoffers tot gevolg hebben. Dat is zeker het geval als met een voertuig op menigtes wordt ingereden. Van deze aanslagen kan een copy-cat-werking uitgaan; ook naar personen met een andere ideologische achtergrond, zoals de man die op 20 december in Maagdenburg inreed op een kerstmarkt. Spreker 1: Hoe staat het met de jihadistische beweging in Nederland? Spreker 2: Dat beeld is diffuus. Een aanzienlijk deel van de jihadisten die bekend zijn bij de AIVD is ook actief in het jihadistische online landschap. Hier houden zij zich onder andere bezig met het bekijken, maken, bewerken en verspreiden van jihadistische content. Veel van deze jihadisten maken deel uit van online groepen, netwerken of kanalen waardoor zij in contact komen met andere jihadisten. Deze netwerken strekken zich uit over landsgrenzen en bestaan merendeels uit tieners en jongvolwassenen. In deze netwerken bevinden zich ook Nederlanders. Het risico bestaat dat één persoon, enkelingen of een groep overgaan tot een geweldsdaad in Nederland, al dan niet ge•nspireerd door de propaganda die verspreid wordt. Het blijft een uitdaging om deze geweldsdreiging in te schatten. Wel neemt de dreiging van gekende, oudere fysieke netwerken af, maar deze dreiging is niet volledig verdwenen. Spreker 1: Is er ook sprake van dreiging vanuit het buitenland tegen Nederland? Spreker 2: Naast de dreiging van geradicaliseerde individuen heeft Nederland ook te maken met de dreiging vanuit jihadistische groepen uit de zogenaamde ISIS-provincies. Vooral de dreiging vanuit IS in de Khorasan Provincie (ISKP) richting het Westen houdt aan. ISKP heeft een internationale agenda waarbij zij ook het Westen wil treffen. Zij proberen personen via het internet te radicaliseren. Daarnaast maken zij gebruik van Centraal-Aziatische of Kaukasische netwerken, die zich vaak al langere tijd in Europa bevinden. Het is relatief eenvoudig voor jihadisten in westerse landen om in contact te komen met mediaorganisaties van ISIS-provincies. Leden van die provincies stimuleren vervolgens jihadisten in westerse landen om een aanslag te plegen. Daarentegen is de fysieke dreiging vanuit ISIS-Syri‘ en ISIS-Somali‘ tijdelijk afgenomen, maar zeker nog niet verdwenen. Ze hebben afgelopen periode zware militaire aanvallen te verduren gekregen, waardoor een externe aanslag capaciteit voorlopig verstoord lijkt. Althans, dat lijkt zo, maar deze dreiging is zeker nog niet weg.

3. Rechts-extremisme en -terrorisme

Spreker 1: Als we kijken naar rechts-extremisme, speelt het online rechts-terroristische milieu dan nog een grote rol? Spreker 2: Jazeker. Nederlandse overheidsorganisaties hebben nog steeds grote zorgen over de snelle online radicalisering van met name jongeren in rechts-terroristische online netwerken. Er is een re‘le kans dat individuen of kleine groepjes die actief zijn binnen dit milieu, overgaan tot terroristisch geweld. Net als bij jihadistische jongeren komen zij via sociale media in aanraking met gewelddadige en terroristische inhoud. Instanties krijgen slecht zicht op deze jongeren. Jongere individuen radicaliseren buiten het zicht van deze instanties verder onder invloed van ideologisch gefragmenteerd, gewelddadig gedachtegoed in combinatie met psychosociale en psychiatrische problemen. Het gaat hier, net als bij jihadisten, vaak om minderjarigen die middenin de ontwikkeling van hun identiteit zitten en daardoor extra kwetsbaar zijn voor invloeden van buitenaf. Spreker 1: En hoe staat het met de dreiging vanuit rechts-extremistisch gedachtegoed? Spreker 2: De Nederlandse rechts-extremistische scene streeft naar de normalisering van rechts-extremistisch gedachtegoed en de bescherming van het 'blanke ras'.  In tegenstelling tot rechts-terroristen, propaganderen de meeste Nederlandse rechts-extremisten momenteel een geweldloos pad naar de door hun gewenste witte etnostaat. Daarvoor willen ze miljoenen mensen op basis van hun ras, geloof, geaardheid of afwijkende standpunten deporteren, iets wat niet kan zonder dat daar geweld aan te pas komt. De steeds verdergaande omarming van politici en grote groepen in de samenleving van termen als 'remigratie', die door rechts-extremisten gebruikt worden als omschrijving van hun deportatieplannen, baart zorgen. De rechtvaardiging van remigratie is gebaseerd op de omvolkingscomplottheorie. In uiterste gevallen kan de normalisering van rechts-extremistisch gedachtegoed leiden tot rechts-extremistisch gemotiveerd geweld. Spreker 1: Hoe probeert deze groep hun standpunten verder te brengen? Spreker 2: Om hun gedachtegoed te normaliseren spelen rechts-extremisten in op bestaande maatschappelijke onvrede. Zij beïnvloeden met hun racistische, antisemitische en xenofobe boodschappen thema's waaromheen polarisatie plaatsvindt, zoals migratie en inclusiviteitsbeleid. Rechts-extremisten voeren bijvoorbeeld propaganda met conservatieve standpunten over onder andere man-vrouw verhoudingen, opvoeding van kinderen en seksuele voorlichting. Ze proberen zo aansluiting te vinden bij een bredere conservatieve doelgroep in de samenleving. Rechts-extremisten verspreiden hun idee‘n niet alleen online, maar ook door deel te nemen aan vertegenwoordigingsorganen, aan te sluiten bij fysieke protesten en zelf protesten te organiseren. Hierdoor normaliseert niet alleen hun gedachtegoed, maar jagen zij ook maatschappelijke onvrede verder aan. Dit kan in uiterste gevallen leiden tot geweld. Spreker 1: En gebeurt dat ook in Nederland? Spreker 2: Ja dat gebeurt ook in Nederland. In Nederland vinden er, in tegenstelling tot sommige andere westerse landen, vooral relatief kleinschalige incidenten plaats. Voorbeelden van de afgelopen twee jaar zijn uit de hand gelopen protesten bij raadsvergaderingen over de huisvesting van asielzoekers, vernielingen van moskee‘n en huizen van statushouders en minderheden, en brandstichtingen en beschieting van azc's en opvanglocaties. Dit zou uiteindelijk ook kunnen leiden tot gewonden of zelfs doden. Spreker 1: En als we kijken naar de verschillende groepen in andere landen, is er dan een relatie met de groepen in Nederland? Spreker 2: Rechts-extremisten werken zowel in binnen- als buitenlandsverband steeds vaker samen. Deze samenwerking heeft ook een rekruterende functie. Groeperingen binnen het rechts-extremistische landschap kunnen dienen als voorportaal voor extremere clubs. Internationaal vooraanstaande radicaal-rechtse en rechts-extremistische individuen jagen de groei en versterking van rechts-extremistische netwerken verder aan. Die doen zij door online hun steun uit te spreken voor acties, te spreken bij dezelfde evenementen of samen filmpjes of podcasts op te nemen. De betrokkenheid van politieke actoren hierbij baart extra zorgen, omdat het rechts-extremistische boodschappen en actoren legitimeert. Onderzoek toont verder aan dat uitingen door charismatische politici of bekende personen, ook wanneer deze ambigue zijn, een groot effect hebben op volgers. Het draagt bij aan een normalisering van woorden of gebaren, wat invloed kan hebben op wat mensen denken en doen. Ze voelen zich gesterkt als ze denken dat een leider of invloedrijk persoon net zo denkt als zij.

4. Geweldsdreiging anti-institutionele beweging

Spreker 1: We spreken opnieuw over anti-institutioneel terrorisme en niet alleen extremisme. Gaat er ook een geweldsdreiging uit van de anti-institutionele beweging? Spreker 2: Jazeker, van een klein deel van de anti-institutioneel extremistische beweging gaat een geweldsdreiging uit. Bij een enkeling gaat het om een terroristische dreiging. Zelfverklaarde soevereinen vormen hierbij een belangrijke subgroep. Vorig jaar zijn enkele soevereinen aangehouden op verdenking van onder meer het aanzetten tot het voorbereiden van een terroristisch misdrijf en deelname aan een terroristische organisatie. Toch is hiermee de potentiële dreiging vanuit de kleine groep geweldsbereide anti-institutioneel extremisten niet helemaal weggenomen. Spreker 1: Zijn er ook andere geweldsdreigingen vanuit anti-institutionele hoek? Spreker 2: Ja, naast de dreiging van terroristisch geweld leidt anti-institutioneel gedachtegoed bij sommigen ook tot ad hoc geweld. Dit vindt voornamelijk plaats wanneer anti-institutioneel extremisten in aanraking komen met vertegenwoordigers van de overheid, zoals agenten of gemeenteambtenaren. Er is bijvoorbeeld een bredere groep van enkele duizenden soevereinen die weigert betalingsverplichtingen aan de overheid of private bedrijven te voldoen. Ook komt het voor dat men zichzelf en gezinsleden uitschrijft bij gemeenten en sommigen hun kinderen van school halen. Spreker 1: Wat kunnen de gevolgen zijn van dit soort acties? Spreker 2: Dit alles kan leiden tot financiële of andere problemen, bijvoorbeeld dat kinderen uit het zicht van jeugdzorg raken. Wanneer instanties toenadering zoeken tot deze groep soevereinen kan dit gepaard gaan met bedreigingen, intimidatie, doxing en geweld tegen deurwaarders, politieagenten, jeugdzorgmedewerkers of andere ambtenaren. Dit bemoeilijkt deze instanties in het uitvoeren van hun taken. Als soevereinen officieel niet meer in een gemeente ingeschreven zijn, beperkt dit het handelingsperspectief en zicht van gemeenten en andere instanties op deze groep. Daarbij kan men denken aan tijdige medische, psychologische of schuldhulpverlening. Spreker 1: En vormen anti-institutioneel extremisten een gevaar voor het functioneren van de democratische rechtsorde? Spreker 2: Je zou kunnen stellen dat er sprake is van een algemene verharding en normvervaging in Nederland. Soms zijn extremisten dader of spelen zij een aanjagende rol. Het aantal geweldsincidenten dat in Nederland kan worden toegeschreven aan anti-institutioneel extremisten zelf, is tot nu toe relatief beperkt gebleven. Maar de verspreiding van complottheorie‘n, mis- en desinformatie door anti-institutioneel extremisten draagt er wel aan bij dat onder meer politici, wetenschappers en journalisten te maken krijgen met bedreiging, intimidatie en geweld. Spreker 1: Is dat meer dan voorheen? Spreker 2: Het afgelopen decennium is er in Nederland een toename van fysieke en online bedreigingen of intimidatie van politici. Een kwart van de Tweede Kamerleden krijgt momenteel een vorm van beveiliging. Een groot deel van de bedreigingen is te herleiden tot anti-institutioneel extremisten. In 2024 kreeg bijna de helft van politieke ambtsdragers op decentraal niveau te maken met een vorm van agressie. Vrouwen krijgen hierbij anderhalf keer vaker te maken met agressie dan mannen. De onverminderd grote hoeveelheid agressie tegen ambtsdragers ondermijnt het functioneren van het openbaar bestuur en daarmee de democratische rechtsorde. Lokale politici durven, zich net als bij lokale rechts-extremistische dreiging, niet altijd meer vrijuit te spreken en mensen stellen zich minder snel verkiesbaar.

5. Links-extremisme

Spreker 1: Net als in de afgelopen jaren is de passage over links-extremisme kort. Waarom is dat zo? Spreker 2: De belangrijkste reden daarvoor is dat links-extremisten in Nederland doorgaans geen gewelddadige middelen inzetten ter ondersteuning van hun acties. Wel hebben sommige activiteiten een intimiderend karakter, zoals het uiten van bedreigingen, het plegen van vandalisme en het besmeuren van personen. Wanneer links-extremistische personen of groeperingen in Nederland geweld gebruiken is dit veelal gericht tegen de politie, beveiligers en rechts-extremisten. Het gaat hierbij niet om op mensenlevens gericht geweld, maar bijvoorbeeld om geweld bij verzet tegen aanhouding of lichte mishandeling. Spreker 1: Wat voor ontwikkelingen zijn er op het gebied van links-extremisme? Spreker 2: Er zijn eigenlijk niet zoveel ontwikkelingen op dat terrein. Naast het organiseren van eigen acties en protesten, sluiten links-extremisten aan bij breder gedragen activistische protesten, zoals demonstraties vanuit de klimaatbeweging of pro-Palestina protesten. Er vindt een zekere internationalisering van de links-extremistische scene in Nederland plaats, maar dit heeft vooralsnog niet geleid tot een waarneembare groei van verbaal of fysiek geweld. Er is wel sprake van groeiend antimilitarisme, een opkomend anti-NAVO-sentiment en toenemende actiebereidheid op deze thema's binnen de bredere radicaal-linkse en links-extremistische scene in Nederland. Hierbij gaat het voornamelijk om vernielingen.

6. Russische invloed op extremistische en terroristische dreiging in Nederland Spreker 1: Dit DTN bevat een themahoofdstuk is over de Russische de invloed op de extremistische en terroristische dreiging in Nederland. Waarom is hiervoor gekozen? Spreker 2: De NCTV heeft een signalerende rol met betrekking tot ontwikkelingen die gevolgen kunnen hebben voor de Nederlandse nationale veiligheid. De afgelopen jaren is de statelijke dreiging vanuit Rusland significant toegenomen. Er is daarbij niet alleen sprake van een militaire dreiging, maar ook van activiteiten zoals spionage, fysieke en digitale sabotage en ondermijnende be•nvloeding. Met dergelijke activiteiten wordt geprobeerd om een wig te drijven tussen westerse landen en bestaande tegenstellingen binnen westerse samenlevingen te vergroten. Een deel van de Russische dreiging heeft betrekking op interacties tussen Rusland en westerse anti-institutioneel- en rechts-extremisten. Die interacties zijn relevant voor het DTN, omdat ze gevolgen kunnen hebben voor de extremistische en terroristische dreiging in verschillende westerse landen, waaronder Nederland. Spreker 1: Wanneer je het over Rusland hebt, heb je het dan uitsluitend over de Russische overheid? Spreker 2: Ja, de Russische overheid en Russische veiligheidsdiensten zijn bij een deel van de interacties betrokken, maar ook andere Russische actoren houden zich ermee bezig. Sommigen hebben duidelijke banden met de overheid, maar andere niet. Er wordt veelal opportunistisch gehandeld en er is lang niet altijd sprake van een gecošrdineerde inzet vanuit de centrale overheid. Er wordt door andere Russische actoren wel regelmatig gehandeld op een manier die in lijn is met de belangen van de overheid. Omdat de interacties voor de Russische overheid onderdeel zijn van een veel bredere strategie van ondermijning, richt men zich daarbij niet alleen op anti-institutioneel- en rechts-extremisten. Het initiatief voor interactie ligt overigens lang niet altijd bij Russische actoren, maar gaat ook van de extremisten zelf uit. Spreker 1: Waar moeten we precies aan denken bij die interacties, kun je daar wat voorbeelden van geven? Spreker 2: Anti-institutioneel- en rechts-extremisten zoeken steun vanuit Rusland en ontvangen die ook, onder meer in de vorm van financi‘le middelen, kennis, contacten en hulp bij de verspreiding van extremistische desinformatie. Dit zien we vooral in het buitenland. De leden van de  'Reichsbürgerbewegung' die in Duitsland een staatsgreep voorbereidden, probeerden banden aan te gaan met Russische diplomaten en voerden daar ook daadwerkelijk gesprekken mee. Daarnaast ondersteunde Rusland de afgelopen jaren onder meer een soevereinenbeweging in Texas. De rechts-terroristische organisatie ÔThe BaseÕ, waarvan de leider al jaren in Rusland woont, roept via sociale media op tot doelgerichte moordaanslagen en aanvallen op vitale infrastructuur in Oekraïne. Onder personen die Rusland rekruteert om sabotageacties uit te voeren in het kader van hybride conflictvoering bevinden zich soms ook rechts-extremisten. Zij worden bijvoorbeeld gerekruteerd door oproepen te plaatsen in rechts-extremistische chatgroepen. Rusland biedt ook een veilige haven aan westerse rechts-extremistische en rechts-terroristische groeperingen en hun leiders. De Russische overheid staat bovendien toe dat Russische rechts-extremisten paramilitaire training aanbieden aan westerse rechts-extremisten. Ook radicaal-rechtse politici in westerse landen worden benaderd en ondersteund. Zij worden betaald om Russische narratieven te verspreiden en het politieke debat in Europa te beïnvloeden. En zo zijn eigenlijk nog een hele reeks andere voorbeelden kunnen noemen. Spreker 1: Welke gevolgen hebben de interacties tussen Russische actoren en anti-institutioneel- en rechts-extremisten voor onze nationale veiligheid? Spreker 2: Interacties tussen Russische actoren en anti-institutioneel- en rechts-extremisten komen in ons land minder vaak voor dan in een aantal andere westerse landen. Vooralsnog is de directe impact van het fenomeen op de Nederlandse nationale veiligheid dan ook relatief beperkt in vergelijking met die andere landen. Toch vinden wij het belangrijk om hier aandacht voor te vragen. De interactie tussen Rusland en aanhangers van extremistische bewegingen in het buitenland heeft, vanwege het transnationale karakter van die bewegingen, echter wel uitwerkingen in Nederland. Er is sprake van een ondermijnend effect op de sociale en politieke stabiliteit en de democratische rechtsorde. Het fenomeen kan ook de extremistische en terroristische dreiging die van anti-institutionele en rechts-extremistische bewegingen uitgaat vergroten, maar in Nederland is daar nog geen sprake van. Wel kan de Russische verspreiding van extremistische complottheorie‘n en desinformatie in Nederland bijdragen aan de normalisering, legitimering en verdere verspreiding van extremistische ideologie‘n, waardoor ook hier op termijn de extremistische en terroristische dreiging zou kunnen toenemen.