De terroristische dreiging tegen Nederland die uitgaat van het jihadisme blijft aanwezig, ook al is die dreiging sinds het vorige DTN waarschijnlijk tijdelijk afgenomen.
De grootste jihadistische dreiging voor Europa wordt gevormd door de Islamitische Staat (ISIS). De organisatie heeft de afgelopen jaren geprobeerd aanslagen in Europa aan te sturen of te stimuleren. Alleenhandelende daders van terrorisme zijn in Europa meestal geïnspireerd door ISIS.
ISIS is door aanhoudende contraterrorisme-operaties, waarschijnlijk tijdelijk, minder in staat om aanslagen in Europa uit te voeren. ISIS heeft echter het potentieel om de aanslagcapaciteiten en operationele aansturing snel weer op te bouwen. Wanneer contra-terrorismeoperaties tegen ISIS stoppen of minder worden, dan zal de organisatie na verloop van tijd weer in staat zijn aanslagen in Europa aan te sturen of te faciliteren. Daarnaast is de dreiging vanuit aan ISIS-Syrië en ISKP gelieerde jihadistische netwerken in Europa verminderd, onder meer door aanhoudingen en uitzettingen van verscheidene leden in 2024. Op termijn zouden deze netwerken weer geactiveerd kunnen worden, mocht ISIS weer plannen en capaciteiten ontwikkelen om aanslagen te plegen in Europa.
De radicalisering van een nieuwe generatie jongeren die actief zijn binnen het jihadistische online milieu is zeer zorgelijk. Tot op heden heeft het echter niet geleid tot geweldsdaden in Nederland. Wel zijn er de afgelopen jaren jonge personen (soms minderjarig) uit het jihadistische online milieu aangehouden en veroordeeld voor het voorbereiden van een aanslag of vanwege andere terroristische misdrijven, zoals het verspreiden van jihadistische propaganda. Het gevaar is dat op termijn nieuwe jihadistische online netwerken ontstaan die een terroristische dreiging kunnen vormen tegen Nederland.
Bij jihadisten in het Westen blijft godslastering een aanhoudende motivatie voor terroristisch geweld. Er zijn geen aanwijzingen dat de afgelopen periode Nederland in jihadistische propaganda specifiek genoemd is als doelwit voor aanslagen als vergelding voor koranschendingen. Bovendien lijkt godslastering binnen jihadistische kringen in Nederland een minder belangrijk thema.
Het geweld in Gaza kan personen met jihadistische overtuigingen aanzetten tot het plegen van aanslagen op Israëlische of Joodse doelwitten, hoewel vaak onduidelijk is in hoeverre de oorlog in Gaza daarbij leidend is als motief. Het geweld in Gaza heeft verder nog niet geleid tot een opleving van de Nederlandse jihadistische beweging.
Daling aantal jihadistische aanslagen in Europa
In de tweede helft van 2025 vonden er in Europa minder jihadistische aanslagen plaats dan de jaren daarvoor. Vanaf 2020 nam het aantal jihadistische aanslagen in Europa juist gemiddeld ieder jaar toe. Wel werden er tijdens deze DTN-periode verscheidene personen in Europa aangehouden op verdenking van het voorbereiden van een jihadistische aanslag.
De jihadistische aanslagen tijdens deze DTN-periode passen grotendeels in het beeld van de jihadistische aanslagen van de jaren hiervoor. Het gaat om aanslagplegers die zijn geïnspireerd door het gedachtegoed van ISIS, maar niet direct door de terroristische organisatie worden aangestuurd. Ze handelen alleen, maken gebruik van aanslagmiddelen die eenvoudig te verkrijgen en te gebruiken zijn (zoals een steekwapen of voertuig) en richten zich op eenvoudig te raken doelwitten.
De jihadistische beweging in Nederland
De jihadistische beweging in Nederland kent een stabiele omvang. De structuur en samenhang binnen de beweging is beperkt. Een substantieel onderdeel van de jihadistische beweging in Nederland bestaat uit een nieuwe generatie jonge jihadisten die voornamelijk online ISIS-propaganda tot zich neemt, of onderdeel uitmaakt van transnationale online netwerken. Deze netwerken wisselen onderling jihadistische propaganda uit, die leden soms zelf vervaardigen en verspreiden. Incidenteel ontmoeten groepjes jonge jihadisten elkaar ook fysiek, nadat zij elkaar online hebben leren kennen. In Europa hebben verscheidene jonge jihadisten die online actief zijn de afgelopen jaren het voornemen uitgesproken een aanslag te willen plegen, daartoe voorbereidingen getroffen, of daadwerkelijk een geweldsdaad gepleegd.
De online radicalisering onder jihadistische jongeren is een groeiend probleem in Nederland en in Europa. In de afgelopen jaren heeft deze radicalisering van jonge jihadisten in Nederland echter nog niet geleid tot een daadwerkelijke geweldsdaad in Nederland: aanslagplannen kwamen niet tot uitvoer of autoriteiten wisten voornemens tot een aanslag tijdig te onderkennen. Desondanks kunnen uit online contacten op termijn ook jihadistische netwerken ontstaan die een terroristische dreiging kunnen vormen.
Toegenomen interesse in uitreizen naar jihadistisch strijdgebied
In Nederland en andere Europese landen is er binnen jihadistische netwerken sprake van toegenomen interesse om uit te reizen om zich aan te sluiten bij ISIS in bijvoorbeeld Syrië, Somalië of Afghanistan. Nederlandse uitreizigers kunnen een terroristische dreiging vormen tegen Nederland, aangezien zij medestanders in ons land kunnen stimuleren een aanslag te plegen of hen daarbij ondersteuning bieden.
Terugkeerders vormen potentiële geweldsdreiging
Jihadistische uitreizigers die terugkeren naar Nederland vormen een potentiële geweldsdreiging vanwege opgedane jihadistische contacten en gevechtservaring in jihadistische strijdgebieden. Daarnaast kunnen zij na terugkomst bijdragen aan de radicalisering van anderen en hen aanzetten tot het plegen van een geweldsdaad. Van eerdere jihadistische terugkeerders gaat waarschijnlijk een beperkte geweldsdreiging uit. Zij vervullen op dit moment ook geen verbindende rol richting andere jihadisten.
Vrijlatingen TA-gedetineerden zorgen voor zover zichtbaar nog niet voor een toename van de dreiging
In 2025 zijn er enkele jihadistische terrorismeveroordeelden vrijgekomen uit detentie die, vergeleken met veel van de eerder vrijgelaten veroordeelden voor terrorisme, een hoger dreigingsprofiel hebben. Deze vrijgelaten terrorismeveroordeelden hebben voor zover zichtbaar tot op heden geen handelingen verricht die wijzen op het voornemen een terroristische aanslag te plegen. Het valt echter niet uit te sluiten dat één of meer van deze personen toch kunnen overgaan tot jihadistisch gemotiveerd geweld.
Vanaf 2027 zullen er per jaar enkele vrijlatingen volgen met een hoog risicoprofiel. Nieuwe vrijlatingen van veroordeelde jihadisten kunnen de terroristische dreiging in de komende jaren verhogen.
Audiofragment over jihadisme en radicale islam
Jihadisme
09-12-20256:34mp39,2 MB
DownloadInterviewer: Als we kijken naar de jihadistische dreiging tegen Nederland. Hoe zou je die dreiging typeren?
Spreker 2: Die dreiging blijft aanwezig en ik denk als we naar die dreiging kijken, dat we moeten opsplitsen in twee vormen. Dus we hebben allereerst de dreiging die afkomstig is van internationale terroristische jihadistische organisaties zoals ISIS of Al-Qaida, die echt van plan zijn om grote aanslagen te plegen in Europa. Daarvan zien we eigenlijk dat die dreiging waarschijnlijk tijdelijk is afgenomen en dat heeft er vooral mee te maken met het feit dat de anti ISIS coalitie verschillende luchtaanvallen heeft uitgevoerd. Er zijn al militaire operaties geweest in de regio, waardoor belangrijke personen die dienden als verbinding tussen de regio en Europa of die zich bezighielden met externe aanslag capaciteiten dat die zijn uitgeschakeld. Dus de capaciteiten van ISIS of Al-Qaida om een grote aanslag te plegen in Europa, die is tijdelijk verminderd. Maar, en dat is ook heel belangrijk om bij te zeggen, ISIS heeft zich in het verleden gewoon heel erg flexibel getoond, dus ze zijn waarschijnlijk ook in staat om die capaciteiten die ze nu kwijt zijn om die ook weer snel weer op te bouwen. Om verbindingen weer te herstellen, om nieuwe mensen aan te stellen die zich gaan bezighouden met aanslag planning of om rollen in gebieden waar zij onder druk staan over te hevelen naar andere gebieden. Dus wij zeggen ja, tijdelijk verminderd. Dus nu lijkt het de goede kant op te gaan, maar we moeten die druk vooral zoveel mogelijk erop houden om die dreiging ook laag te kunnen houden.
Interviewer: En dat is één element. Wat is het andere element van de dreiging?
Spreker 2: Nou, de belangrijkste dreiging die we in Europa vanuit het jihadisme zien, is niet zozeer die grote aanslagen vanuit ISIS en Al-Qaida zoals we die kennen uit 2015 en 2016 in Bataclan en op Zaventem. Maar vooral eenlingen, alleen handelende daders die niet in verbinding staan met die terroristische organisaties, maar die daar wel door geïnspireerd zijn. En die inspiratie halen ze voornamelijk vanuit online propaganda die wel weer door die organisaties verspreid wordt. Dus we zien vooral eenlingen die een jihadistische dreiging kunnen vormen.
Interviewer: Jullie maken je vooral zorgen over de snelle online radicalisering van jongeren. Wat kun je daarover zeggen?
Spreker 2: Ja, ik denk als we verder teruggaan naar het verleden, dat we inderdaad zagen dat mensen voor een groot deel fysiek bij elkaar kwamen in huiskamers of in boekwinkeltjes en daardoor allerlei radicaal gedachtegoed met elkaar deelden. Dan later zijn we overgegaan naar een periode waar we nog steeds veel mensen fysiek bij elkaar kwamen, maar ook online actief waren. Terwijl we nu eigenlijk in een fase zijn dat netwerken bijna uitsluitend nog online bestaan en waar fysieke contacten tussen die leden van de jihadistische netwerken eigenlijk zeer schaars zijn. En dat is natuurlijk opvallend en dat heeft ook een aantal gevolgen voor de dreiging. Eerst zien we een hele snelle radicalisering. Kijk, als je fysiek bij elkaar komt, dan ben je natuurlijk niet voortdurend blootgesteld aan radicaal gedachtegoed of propaganda. Maar online sta je 24/7 en kun je in contact staan met gelijkgestemden of je onderdompelen in jihadistische propaganda. Dus de snelheid is toegenomen. Twee: minderjarigen lijken zich steeds meer te mengen binnen het jihadistische circuit en ook dat heeft te maken met de verschuiving van fysiek naar online. Want als je fysiek bij elkaar komt, dan ben je als veertien, vijftien of zestienjarige natuurlijk niet echt welkom in een groep van twintigers die je misschien als kind. Maar online kun je zijn wie je zijn, kun je groter voordoen dan je bent. En we zien dus dat hele jonge personen, waaronder minderjarigen, dus blootgesteld worden aan die propaganda en ook onderdeel uit gaan maken van jihadistische netwerken. En het laatste effect is dat mensen ver uit elkaar wonen. Als je alleen fysiek bij elkaar kunt komen, dan moet je dus ook bij elkaar in de buurt wonen. Maar online bestaat die fysieke grenzen. Die bestaan eigenlijk niet. Dus we zien dat die netwerken ver uit elkaar verspreid zijn en dat er dus ook heel veel internationale contacten zijn. En dat is natuurlijk heeft een natuurlijk effect op de dreiging en die snelheid en het ontstaan van die netwerken. Maar dat kan ook leiden tot een verminderde dreiging. Want als je te maken hebt met jonge mensen, die zijn waarschijnlijk minder goed in staat om een aanslag te plannen en voor te bereiden, heb je misschien niet de contacten om over aanslag middelen om aan aanslag middelen te komen. En als je ver uit elkaar woont dan heb je natuurlijk ook niet de mogelijkheid om elkaar op te zoeken en in gezamenlijkheid een aanslag voor te bereiden. Dat gezegd hebbende blijft er natuurlijk wel een serieuze dreiging van uitgaan en maken we ook ons zorgen omdat die online netwerken die nu bestaan, dat daar op termijn ook robuuste fysieke jihadistische netwerken uit kunnen groeien die wel degelijk een terroristische dreiging kunnen vormen tegen Nederland.
Interviewer: Wat is het gevaar van deze online radicalisering?
Spreker 2: Nou, we hebben gezien dat in landen om ons heen zeer jonge mensen de intentie hebben om aanslagen te plegen en daar soms in sommige gevallen ook daadwerkelijk een voorbereiding handelingen voor treffen. We hebben in de landen om ons heen verschillende arrestaties gezien van en van jongeren die die vanuit online radicalisering een aanslag willen plegen. In Nederland heeft het nog niet geleid tot een geweldsdaad. Maar we maken ons wel ernstig zorgen dat al die online netwerken die nu bestaan op termijn en robuuste jihadistische netwerken kunnen ontstaan die wel degelijk een terroristische dreiging tegen Nederland kunnen vormen.
Interviewer: We hebben het over online netwerken. Hoe staat het met de oude netwerken? Wat zijn jullie bevindingen daarover?
Spreker 3: Ja, goede vraag, want in een eerdere DTN’s hebben we daar ook veel over geschreven. Wat we eigenlijk de laatste tijd zien is dat die oude statistische netwerken weinig samenhang vertonen. We hebben nog wel een tijdje de netwerken die vaak echt al tientallen jaren oud zijn, maar eigenlijk is hun activiteit beperkt. Dus ze hebben de ideologie niet afgezworen, maar hebben vaak weinig jihadistische contacten of voeren nog nauwelijks jihadistische activiteiten uit. Daarnaast hebben natuurlijk nog de terugkeerders uit jihadistische strijd gebieden. Nou, we zien eigenlijk dat die tot dusver ook een beperkte geweldsdreiging vormen. Zij vervullen op dit moment ook niet echt een verbindende rol binnen dat jihadistische netwerk.