Dreigingsbeeld NCTV: Aanslag Nederland voorstelbaar, dreiging vooral van eenlingen
Nieuwsbericht15-10-2020 | 15:00
Op dit moment zijn er in Nederland personen die radicaliseren of sterk geradicaliseerd zijn en een dreiging kunnen vormen. Alhoewel er geen aanwijzingen zijn dat mensen in Nederland een aanslag voorbereiden, blijft het voorstelbaar dat dit kan gebeuren. Aanslagen in Europa zijn doorgaans provisorisch, worden gepleegd door eenlingen en kennen weinig slachtoffers. De jihadistische dreiging is geenszins verdwenen. Daarom blijft het dreigingsniveau op 3 van de 5 staan. Dat blijkt uit het 53ste Dreigingsbeeld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
Gepolariseerd debat met scherpe randen
Sinds de uitbraak van het coronavirus heeft het maatschappelijk ongenoegen zich zowel online als offline verder gemanifesteerd. Een deel van de verschillende groepen en individuen vindt elkaar in het afwijzen van de overheid of overheidsbeleid. Dit gebeurt niet zozeer vanuit ideologische motieven, maar vanwege gevoelens van onrechtvaardigheid, groot onbehagen of een andere werkelijkheidsbeleving. Mensen die de overheid, wetenschap en traditionele media al langer wantrouwen, kunnen hun denkbeelden bevestigd zien in complottheorieën en desinformatie. Sociale media spelen daarbij een faciliterende en mobiliserende rol en fungeren als een soort blaasbalg. Behalve de relatief brede, gemêleerde activistische bovenlaag, bestaat er een radicale onderstroom met soms extremistische gedragingen, zoals het belagen van journalisten en politici of het intimideren van politiemensen.
Dreigingsniveau blijft op 3
Een terroristische aanslag is voorstelbaar, de dreiging komt vooral van eenlingen.
Aanslagen in Europa zijn doorgaans provisorisch, worden gepleegd door eenlingen en kennen weinig slachtoffers. De jihadistische dreiging is geenszins verdwenen; het is aannemelijk dat kleinschalige aanslagen blijven plaatsvinden in Europa en Nederland.
Mondiaal jihadisme
ISIS vertoonde vergeleken met vorig jaar verhoogde activiteit in Syrië en Irak.
De groepering richt zich vooral op de machtspositie in de regio en heeft niet de kracht van de hoogtijdagen van haar 'kalifaat'. ISIS en al Qa’ida spelen vaak in op lokale en regionale omstandigheden. COVID-19 heeft de mogelijkheid voor uitreizigers om terug te keren naar Europa tijdelijk ingeperkt.
Jihadistische beweging Nederland
De Nederlandse jihadistische beweging: verdeeld, maar onvoorspelbaar.
De directe geweldsdreiging lijkt enigszins afgenomen door sociale en ideologische versplintering en het ontbreken van krachtige leiders en aanjagers. De meeste activiteiten zijn geweldloos, maar de dreiging is onvoorspelbaar. Soms blijkt een jihadist tot geweld over te (willen) gaan.
Aanjagers blijven (proberen om) hun achterban voeden met anti-integratief en antidemocratisch gedachtegoed, waarbij ze reageren op binnen- en buitenlandse ontwikkelingen als de ondervragingscommissie POCOB. Zo dragen ze bij aan polarisatie en radicalisering.
Rechts-extremisme
Een aanslag uit rechts-extremistische hoek blijft voorstelbaar.
Gekende groepen hebben doorgaans geringe invloed, zijn verdeeld en zoeken voornamelijk aansluiting bij actuele maatschappelijke thema’s. Online ontwikkelingen staan hier los van: juist op digitale platforms kunnen eenlingen mogelijk radicaliseren door contacten met gelijkgestemden.
Polarisatie en extremisme
Maatschappelijk ongenoegen in de samenleving.
Manifestaties tegen verschillende (overheids)thema’s zijn vooral activistisch en kunnen de openbare orde verstoren. Naast een diverse en activistische bovenlaag bestaat er een radicale onderstroom, waarbinnen fors wantrouwen tegenover de overheid kan leiden tot extremistische gedragingen. Daarbij fungeren sociale media als blaasbalg.
Het DTN is een periodieke analyse van radicalisering, extremisme en de terroristische dreiging in Nederland. Meer informatie vindt u op www.nctv.nl
Opleving ISIS in Syrië en Irak
Vergeleken met vorig jaar vertoont ISIS verhoogde activiteit in Syrië en Irak. Sinds de val van ‘het kalifaat’ is de aanslagdreiging verminderd, maar niet verdwenen. ISIS heeft nog steeds de ambitie aanslagen te plegen in Europese landen. Daartoe probeert de groepering structuren en netwerken op te zetten, waarbij sympathisanten en aanhangers binnen Europa een rol kunnen spelen en in contact kunnen komen met ISIS-leden in Syrië. De coronapandemie heeft de mogelijkheid voor uitreizigers om terug te keren naar Europa tijdelijk ingeperkt.
Jihadistische beweging in Nederland verdeeld, maar onvoorspelbaar
De directe geweldsdreiging die van de Nederlandse jihadistische beweging uitgaat, lijkt enigszins afgenomen door sociale en ideologische versplintering, demotivatie en het ontbreken van krachtige leiders en aanjagers. De meeste activiteiten zijn geweldloos, maar de dreiging onvoorspelbaar. Onder sommige Nederlandse jihadisten leeft nog altijd de intentie om in Nederland een aanslag te plegen. Waakzaamheid voor enkelingen uit de beweging blijft geboden. De komende jaren zijn bepalend voor de jihadistische beweging. Als deze verder desintegreert kan dat leiden tot een krimp en een minder ontvankelijke omgeving voor jihadisten die uit gevangenschap terugkeren in de samenleving. Aanhoudende overheidsdruk en onverminderde inzet van repressieve maatregelen kan dit proces bevorderen.
Politiek-salafistische aanjagers zetten hun activiteiten voort
Aanjagers proberen hun politieke slagkracht te versterken door hun achterban te voeden en te mobiliseren. Zowel voor individuele zaken, zoals solidariteit met de imam van de Haagse as-Soennah moskee, of de ontslagen directeur van het Cornelius Haga Lyceum, als voor politieke vraagstukken, zoals het rapport van de Parlementaire Onderzoekscommissie Ongewenste Beïnvloeding (POCOB).
Wat gebeurt er in Nederland op het gebied van radicalisering en extremisme? En hoe zit het met terroristische dreigingen tegen Nederland? Drie keer per jaar worden die vragen beantwoord in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland: Het DTN.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de NCTV, stelt het DTN samen op basis van informatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, politie, Nederlandse ambassades, en open bronnen zoals media en internet.
De analyse van het DTN wordt vertaald naar een dreigingsniveau: een inschatting van het risico dat Nederland te maken krijgt met een terroristische aanslag.
Bij de start in 2005 waren er vier niveaus. Sinds 2016 zijn het er vijf. Alleen op 18 maart 2019, direct na de aanslag op een tram in Utrecht, is het dreigingsniveau in de provincie Utrecht enkele uren verhoogd naar het hoogste niveau: niveau vijf. De meest recente analyse van het DTN stelt dat de terroristische dreiging in Nederland aanzienlijk is: niveau drie.
Iedereen kan op www.nctv.nl het DTN bekijken en lezen welke ontwikkelingen leiden tot het actuele dreigingsniveau.