Welke gegevens moet ik allemaal opvragen van mijn klant?
In een aparte regeling die bij de verordening en bij de Wet Precursoren voor explosieven is gemaakt staat opgenomen in artikel 8 wat men dient te tonen:
Bij een transactie waarbij een stof die op lijst 1 staat wordt verkocht aan een professionele gebruiker, dient men de volgende informatie op te vragen en op te slaan voor een periode van 18 maanden:
- De identiteit van de klant dient gecontroleerd te worden aan de hand van een geldig legitimatiebewijs;
- Voor het afsluiten van de transactie wordt vastgesteld of de gemachtigde van de klant bevoegdelijk de klant vertegenwoordigt;
- Een uittreksel van de Kamer van Koophandel van de onderneming en de relevante branchecode of indien de klant in een andere lidstaat zijn bedrijf of beroep uitoefent en heeft geregistreerd een met dit uittreksel vergelijkbaar document uit die andere lidstaat.
Van transacties wordt de volgende informatie bijgehouden en gedurende een periode van 18 maanden na de datum waarop de transactie plaatsvond, bewaard:
- Het type identiteitsbewijs, het nummer van het identiteitsbewijs en de naam van degene van wie het identiteitsbewijs is;
- Bedrijfsnaam van de klant;
- Adresgegevens van de klant;
- Leveringsadres van het product of de melding dat het product is opgehaald;
- Betaalmethode;
- De periode waarin de aanschaf heeft plaatsgevonden;
- De naam van het product;
- De naam van de precursor;
- De concentratie van de precursor;
- Het met de transactie gemoeide aantal producten;
- Totale hoeveelheid geleverde precursoren;
- Verpakkingsgrootte;
- Indien mogelijk, het batchnummer;
- Het beoogde gebruik van de precursor;
- in voorkomend geval de reden dat een grotere hoeveelheid van het product dan de voorgaande keer is besteld door de klant