Geldt de wet voor pure stoffen of ook voor mengsels?

De wetgeving is ook van toepassing op mengsels. De wetgeving geldt ook als de stof voorkomt -in een concentratie hoger dan de grenswaarde- in een mengsel met andere stoffen. Men kan immers proberen de stof te isoleren uit het mengsel. Daarbij verliest de stof niet perse zijn geschiktheid als precursor simpelweg door de aanwezigheid van andere stoffen.

Een uitzondering hierop is als de stof voorkomt in een homogeen mengsel van meer dan 5 stoffen en daarin in minder dan 1% (g/g) voorkomt. Homogeen wil zeggen dat de stoffen gelijkmatig gemengd zijn en gelijkmatig van vorm en grootte zijn. Het isoleren of geschikt maken van een stof als precursor uit een dergelijk mengsel is uiteraard nooit geheel onmogelijk, maar zeer onwaarschijnlijk en zeer onlogisch.

In de vordering staat exact:

  • Artikel 3 lid 12: Op lijst 1 van de verordening staan de stoffen waarvoor een beperking geldt, zoals deze tussen de op de lijst genoemde grenswaarden zit. Dit is met inbegrip van een mengsel of een andere stof die een in die bijlage vermelde stof bevat in  een concentratie die de overeenkomstige grenswaarde overschrijdt.
  • Artikel 3 lid 13: De meldplicht geldt voor stoffen op lijst 1 en 2 met inbegrip van een mengsel of een andere stof die een in op de lijst vermelde stof aanwezig is, met uitsluiting van homogene mengsels van meer dan 5 ingrediënten waarin de concentratie van elke in bijlage 1 of 2 vermelde stof lager is dan 1 % g/g.
  • Artikel 5 lid 2: De wet is ook van toepassing op “mengsels van de op lijst 1 genoemde chloraten of perchloraten bevatten, indien de totale concentratie van die stoffen in het mengsel hoger is dan de in kolom 2 van de in de tabel bepaalde grenswaarde voor elk van de stoffen”